Investeerders gaan fomo vanwege de illusie van kortetermijnwinst, vergelijkbaar met sommige landen die, gedreven door de verleiding van kortetermijnwinst, denken snel te kunnen winnen en overhaast oorlogen beginnen of eraan deelnemen. Later kunnen ze niet meer stoppen, en de verliezen stijgen exponentieel. Als meerdere bedrijven failliet gaan en de markt sterk daalt, komen ze weer binnen om goedkoop in te kopen, vergelijkbaar met het wachten tot andere landen uitgeput zijn van hun middelen en dan zelf instappen om tegen een lagere prijs grote winsten te behalen. Een succesvol voorbeeld op dit gebied is Zweden tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648), dit kleine land met slechts anderhalf miljoen inwoners heeft jarenlang aan de zijlijn staan toekijken (met enkele kleine conflicten met Polen in de tussentijd), en pas in 1630 besloot het om deel te nemen aan de strijd. Toen Frankrijk in 1635 deelnam, werd de druk op Zweden nog kleiner. Later veroverde Zweden het noorden van Duitsland en de kustgebieden van de Baltische Zee (Pommeren), waardoor de Baltische Zee feitelijk zijn binnenmeer werd, een status die tot 1815 werd gehandhaafd.