Op het risico van overgeneralisatie, kleedt het Westen zich voor erbij te horen, terwijl het Oosten zich kleedt voor status. Toen ik net van het vliegtuig kwam, begreep ik niet waarom Amerikanen dingen droegen zoals een college sportteam van 10 jaar geleden of een overpriced T-shirt van een marathon. Weinig leken zich te bekommeren om de nieuwste luxe uitgave of het bezitten van dezelfde outfit die een beroemdheid droeg. Toen realiseerde ik me: Oost en West kleden zich om verschillende redenen. In het Westen is kleding collectief geheugen. Het is stamtrots. Sieraden zijn vaak persoonlijk geheugen, wat de identiteit vormt. Maar dat versleten shirt? Het is een stukje jeugd, een cultureel item. In het Oosten (een beetje stereotyperend), is mode status. Hermes en Dior zijn bekende namen. Als tiener werd ik hypersensitief voor merken, geconditioneerd door de manier waarop mensen je aankeken. Het is een "vaardigheid" die ik liever niet had, omdat het hiërarchie in stand houdt. Ik droomde er altijd van om een cultureel modehuis op te bouwen — waar elk stuk een verhaal vertelt. Trotserend, diasporisch, altijd emotioneel. Ik hoop een versie daarvan tot leven te brengen met Perena Studio, de cultuur van stablecoins, financiën en Solana vormend. Onze volgende uitgave zal in Tokio zijn.
P.S. het leven is te kort om lelijke kleren te dragen.
6,04K