Ik heb net dit bestuursdocument gelezen van Elinor Ostrom en ik denk dat mijn hele mentale model van coördinatie net is geëxplodeerd 🤯 Decennialang is ons verteld dat de tragedie van de gemeenschappelijke middelen onvermijdelijk is, tenzij je alles privatiseert of een centrale autoriteit het laat micromanagen. Ostrom komt eigenlijk binnen en zegt: “Wat als... geen van beide?” Vervolgens laat ze zien hoe echte gemeenschappen de tragedie overwinnen zonder een Grote Staat of een Grote Markt—met behulp van een handvol vreemd universele regels. Hier is het deel dat absoluut ongekend aanvoelt (op de beste manier): de oplossingen zijn niet one-size-fits-all. Ze zijn lokaal, afstelbaar en polycentrisch—meerdere centra van besluitvorming die overlappen als een levend netwerk. Grenzen zijn duidelijk. Regels passen bij lokale omstandigheden. Mensen creëren die regels daadwerkelijk samen. Er is monitoring, geleidelijke sancties, goedkope geschiloplossing, juridische ruimte om zelf te organiseren, en geneste lagen zodat het geheel kan opschalen. Het leest minder als openbaar beleid en meer als een protocolstack voor zelfbestuur. De resultaten in bossen, visserijen, irrigatiesystemen—extreem robuust. Niet marginaal beter. Systematisch beter dan het verhaal van “alleen markt of alleen staat” waar we op vastzitten. En hier is de kicker: omdat het polycentrisch is, is het anti-fragiel—het netwerk leert en past zich aan in plaats van te wachten tot een enkel centrum alles opmerkt en oplost. Nu uitzoomen. Als deze ontwerpprincipes de TCP/IP van collectieve actie zijn, wat gebeurt er dan als we ze coderen—identiteitsgrenzen als sybil-resistentie, monitoring als on-chain telemetry, geleidelijke sancties als slashing tiers, geschiloplossing als snelle arbitrage, nesting als subDAOs en federaties? Krijgen we gewoon betere coöperaties… of ontgrendelen we capture-resistente instellingen op internet schaal? Het voelt alsof we bestuur hebben geforceerd om monolithisch te zijn—ofwel Leviathan of laissez-faire. Dit document vraagt: wat als dat helemaal de verkeerde ontologie is? Over 8 jaar zullen we misschien niet meer discussiëren over “staat versus markt” of “CEO's versus tokenomics.” We zullen discussiëren over welk Ostrom-principe we moeten afstemmen—en met hoeveel. Dit voelt niet als een incrementele aanpassing. Het voelt als het begin van iets enorms.