De meeste bedrijven willen geloven dat ze een groep leeuwen zijn. Fier, slim en aan de top van de voedselketen. In werkelijkheid lijkt het meeste moderne werk veel meer op een mierenkolonie nadat iemand de mierenhoop heeft geschopt. Elke ochtend rent iedereen in cirkels met kleine stukjes van een probleem, botsend tegen elkaar, van richting veranderend telkens wanneer een manager een nieuw kruimelspoor achterlaat. Er is geen vergadering zonder dat minstens drie mieren door elkaar heen praten, overtuigd dat hun kruimel de grootste prioriteit is. Af en toe ontdekt een verkenningsmier een echte afkorting (een nieuw hulpmiddel, een hack, een klantinzicht). Maar in plaats van de kolonie te laten leren en zich aan te passen, bouwt het leiderschap meestal een andere tunnel. Een die terugloopt naar waar iedereen begon. De koningin (lees: CEO) is beschermd in een kamer vol statusvergaderingen. Werknemers proberen niet te vragen waarom ze kruimels van de ene kant van de heuvel naar de andere verplaatsen, zolang de tunnel maar druk blijft. Van buitenaf lijkt het op perfecte coördinatie. Van binnen is het georganiseerde chaos die bij elkaar wordt gehouden door onophoudelijke beweging. De ironie: echte vooruitgang gebeurt wanneer één mier de tunnels negeert, een betere weg vindt, en de rest eindelijk volgt. Niet omdat iemand het hen heeft verteld, maar omdat de kortste route daadwerkelijk werkt. De meeste teams verwarren beweging met momentum. Het beste werk gaat niet over de drukste mier in de kolonie zijn. Het gaat erom te weten wanneer je uit de rij moet breken, een nieuw pad moet testen en zo duidelijk moet bewijzen dat het werkt dat de rest je niet kan negeren.
3,13K